te Amsterdam
        
        Van de vele toeristen die dagelijks denken op de Dam de woning van de koningin te 
        fotograferen zullen de meesten verbaasd zijn wanneer ze horen waarom hare majesteit 
        'niet thuis' is. En nog meer wanneer hen uitgelegd wordt dat het paleis in feite het in 1808 door de Fransman 
        
Lodewijk Napoleon 
        ingepikte 17e-eeuwse 
        
stadhuis van Amsterdam 
        is.
        Nadat in 1652 het middeleeuwse stadhuis afgebrand was, wilde de welvarende stad 
        een indrukwekkende 
        nieuwbouw volgens de laatste 
        
architectuurmode 
        om haar positie als wereldstad te onderstrepen. Voor het ontwerp van 
        
Jacob van Campen 
        werd de eerste steen gelegd in 1648 en het stadsbestuur trok er in 1655 in. 
        Het was toen pas half klaar en werd rond 1665 voltooid.
        Het rijke beeldhouwwerk is van Artus Quellien en zijn medewerkers, waaronder 
        Rombout Verhulst. 
        De bronzen beelden op het dak, waaronder het bekende van 
        
Atlas, 
        zijn van de bekende klokkengieters 
        
François en Pieter Hemony, 
        die ook het 
        
carillon 
        leverden.
        Uiteraard onderging het gebouw diverse wijzigingen en (terug-)restauraties. 
        Het 
balkon 
        bijvoorbeeld, zo bekend van belangrijke nationale gebeurtenissen, is een empire-toevoeging.
        De rechthoekige plattegrond heeft 
        
risalieten 
        op de hoeken en aan de lange zijden ook in het midden. 
        De vleugels omsluiten twee binnenplaatsen. 
        De burgerzaal neemt de centrale plaats in.
        Ondanks het feit dat we hier het meest indrukwekkende burgerlijke gebouw van Nederland zien, zijn de 
        zandstenen gevels met hun 
        
pilasters 
        en 
kapitelen 
        relatief eenvoudig. Aan de voorzijde valt vooral het 
        
fronton 
        en de koepeltoren op. 
        Er wordt wel gezegd dat een pontificale 
        
ingang 
        ontbreekt om het de vaak opstandige 
        Amsterdammers niet al te gemakkelijk te maken om binnen te komen. Trouwens, direct achter de ingang ligt de 
        vierschaar, waar doodvonnissen werden uitgesproken. 
        
        
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders